Koersen op gezond verstand

 Onze koning heeft de troonrede voorgelezen en de koers en richting die het Kabinet voor het komende jaar in wil slaan is duidelijk. In het verleden had Nederland economisch de wind in de rug en met de welvaartsgroei konden we ons de stijgende kosten permitteren. De wind is gedraaid, de economische groei stagneert of sterker nog, er is sprake van recessie. We hebben de wind tegen en Het Kabinet trapt uit alle macht op de pedalen om toch vooruit te komen. Het weer is onvoorspelbaar en de wind komt steeds uit andere richtingen. Daarom werkt het Kabinet aan Nederland om haar weerbaar en sterk te maken om in weer en wind toch vooruit te komen. Economisch gezien gloort er een waterig zonnetje aan de horizon. Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën is met vele slagen om de arm voorzichtig optimistisch. Het zal mooi zijn als burgers hier al iets van gaan merken op de korte termijn. 

Stelselwijziging
Het kabinet zet voor de gezondheidszorg in op een hervorming. Doel van de stelselhervorming is om de kosten van de gezondheidszorg in de hand te houden, de zorg toegankelijk te houden voor iedereen en de kwaliteit van de zorg en van het leven te borgen. Op hoofdlijnen wordt geconstateerd dat de kosten van de zorg de afgelopen jaren enorm zijn gestegen en dat als deze trend niet omgebogen wordt, de gezondheidszorg onbetaalbaar wordt. Allerlei ontwikkelingen die grote invloed hebben op de langere termijn zijn onderzocht. Op basis van prognoses is het terecht dat er zorgen zijn over deze kostenontwikkeling.
 
De kostenontwikkeling in de zorg
In een periode van jaren toenemende welvaart zijn de kosten voor de zorg jaarlijks aanzienlijk gestegen. In 2000 gaven wij 47 miljard uit aan de totale gezondheidszorg en in 2014 is dat ruim 92 miljard euro. Het kabinet heeft een koers ingezet om hierop te bezuinigen. Dat betekent overigens dat de zorgkosten de komende jaren nog verder stijgen, maar gestreefd wordt om deze stijgende kosten te beperken.
Een groot deel van deze kosten betreffen de langdurige zorg. thans is dit 27,5 miljard euro en het kabinet streeft ernaar om het uitgavenpatroon tot 2017 op dit niveau te handhaven.
 
De vergrijzing
In 2014 telt Nederland 16,8 miljoen burgers. In 2040 zijn dat er 17,8 miljoen.
Daarvan zijn er 2,9 miljoen 65 plussers (17,3%). In de komende decennia zal het aantal 65-plussers stijgen. Op het hoogtepunt, 2040, zijn er 4,7 miljoen Nederlanders 65 jaar of ouder, (26,5% van de bevolking). Daarvan is dan ruim 30% 80-plusser. Na 2041 neemt het aandeel 65-plussers in de bevolking weer iets af, hoewel het aandeel 80-plussers nog wel blijft stijgen. In 2060 is naar verwachting 26,3% van de bevolking 65 jaar of ouder, waarvan 42,0% een 80-plusser is.
Straks zijn er meer oude vrouwen dan oude mannen. Hoe hoger de leeftijd hoe kleiner het aandeel mannen in de bevolking. Volgens prognoses zullen de levensverwachtingen toenemen. In 2060 verwacht het CBS een gemiddelde levensverwachting van 87, 1 jaar voor mannen en van 89,9 jaar voor de vrouwen. (nu ongeveer 79,1 jaar voor mannen en 82,8 jaar voor vrouwen)
 
Prognose: beroepsbevolking krimpt door uitstroom ouderen
Tussen 2014 en 2040 zal de potentiële beroepsbevolking, de bevolking tussen 20 en 65 jaar, afnemen. Het aandeel 20-64-jarigen daalt van 60% tot 52% in 2040. In absolute aantallen komt dit neer op een daling van 10 miljoen naar 9,2 miljoen potentiele beroepsbevolking.
 
Het toekomstperspectief is duidelijk  als je de feiten op een rij zet. Als gevolg van vergrijzing enerzijds en ontgroening anderzijds (dus minder jongeren en lager aandeel beroepsbevolking) moet iedereen bijdragen aan de dekking van de kosten voor de langere termijn. Ons bekostigingssysteem in de gezondheidszorg berust op het solidariteitsbeginsel, waarbij iedereen naar vermogen bijdraagt, werkenden en niet werkenden en dus ook pensioengerechtigden. Bij toenemende kosten gaat iedereen meer betalen. We zullen er met elkaar aan moeten werken om de kosten te beheersen en de kwaliteit te borgen.
 
Zorgen
Ondanks de ongerustheid bij de bevolking bij de zorgaanbieders en bij de zorgverleners is de verandering al in gang gezet. Door het toenemende kostenbewustzijn en het beleid zijn er bij burgers en professionals al gedragsveranderingen waar te nemen. Professionals zijn bezig hun organisatie zo efficiënt mogelijk in te richten en burgers kijken kosten bewuster naar hun consumptie van zorg. In de stelselwijziging wordt geregeld dat iedereen die verpleging en verzorging thuis nodig heeft daar recht op hebben. Dit valt onder de zorgverzekeringswet en de vergoeding van deze zorg is een verzekerde verstrekking.
 
Bouwen aan morgen
De stelselhervorming heeft ook grote invloed op het wonen. Door het scheiden van de kosten van wonen en zorg zullen mensen bewuster hun woonomgeving en bijbehorende faciliteiten kiezen. Pas als mensen 24-uurs zorg en begeleiding nodig hebben, is het wonen integraal onderdeel van het zorgpakket. De gevolgen van deze systeemverandering zijn al zichtbaar.  In verzorgingshuizen ontstaat leegstand, omdat deze bestaande zorgvoorzieningen niet meer voldoen aan de woonwens van de nieuwe senioren. Deze doelgroep blijft langer in zijn eigen huis, in zijn vertrouwde omgeving. Prognoses geven aan dat het aantal mensen die verpleging en verzorging thuis nodig hebben aanzienlijk zullen stijgen. De bestaande woningvoorraad is onvoldoende geschikt om daar te kunnen blijven wonen als de zelfredzaamheid afneemt. Veel bestaande woningen kunnen worden aangepast, maar er gaat ook een nieuwe vraag ontstaan naar nieuwe en modernere vormen van wonen waar wonen en zorg hand in hand gaan. Dit nieuwe wonen is nog volstrekt onvoldoende beschikbaar en de behoefte zal nog aanzienlijk groeien, want de vergrijzing gaat vanaf nu in de versnelling. Gemeenten zullen alle zeilen moeten bijzetten om er voor te zorgen dat de woningvoorraad is gemoderniseerd.
 
Bronnen: CBS en Nationaal Kompas Volksgezondheid

« Terug naar het nieuwsoverzicht